BOOST! next Opdrachtgeverschap in de 21e eeuw – Architectuur Lokaal
Stadshart Almere Centrum. Foto Marcel van den Bergh
Analyse van het opdrachtgeverschap in Nederland en de actuele rolverdelingen in het bouwproces bij gebiedsontwikkeling.
In vervolg op de landelijke manifestatie BOOST! Impuls voor publiek opdrachtgeverschap die Architectuur Lokaal in 2006 organiseerde, is gewerkt aan een analyse van het opdrachtgeverschap en de rolverdelingen in het bouwproces. Bij BOOST!kwam onder meer naar voren dat beleid en discussies over het opdrachtgeverschap in Nederland niet goed kunnen worden gevoerd zonder een goed inzicht in de stand van zaken. Een laatste analyse van de ontwikkeling van het opdrachtgeverschap in Nederland is opgenomen in de eerste architectuurnota van het rijk, alweer 15 jaar geleden. Architectuur Lokaal heeft besloten de informatie te actualiseren, en hoopt daarmee bij te dragen aan de voorbereiding van de nieuwe architectuurnota, die in 2008 wordt vastgesteld.
Het onderzoek is, voorafgaand aan publicatie, besproken met een gezelschap van publieke en private opdrachtgevers en van ontwerpers: Thijs Asselbergs (Architectuurcentrale Haarlem), Henk van den Broek (vh Heijmans), Ton Idsinga (publicist), Edwin Oostmeijer (Edwin Oostmeijer Projectontwikkeling), Carel de Reus (Johan Matser Projectontwikkeling), Janny Rodermond (Stimuleringsfonds voor Architectuur), Jeroen van Schooten (Meyer en Van Schooten Architecten), Willem Smink (vm wethouder Groningen), Marja van der Tas (vm wethouder Apeldoorn), Karin Schrederhof (Vestia / bestuursdienst gemeente Rotterdam), Endry van Velzen (De Nijl Architecten), Lenny Vulperhorst (Andersson Elffers Felix) en Herma de Wijn (adviseur Bouwcollege).
Oproep: Bouwcultuur
Met zijn ontwikkelingsproject, Het Bolwerk in Utrecht, heeft Edwin Oostmeijer een complexe opgave in beschermd stadgezicht uitgevoerd. Hij won daarmee de Gouden Piramide, rijksprijs voor excellent opdrachtgeverschap. In Loenen aan de Vecht bleek hij ook een complexe saneringsopgave aan te kunnen. Het is de vraag, of deze afzonderlijke ervaringen voldoende zijn om geselecteerd te worden voor een Europese aanbestedingsprocedure, waarbij gevraagd wordt om een combinatie van beide: heeft hij “ervaring met een binnenstedelijke sanering langs Middeleeuws water”?
Wethouder Adri Duivesteijn worstelt intussen met de driehoeksmossel. Almere heeft de grootste bouwopgave van Nederland, maar wanneer de stad tot in het IJsselmeer zou uitbreiden mogen de mosselen daar geen last van hebben. Als hun voortplanting wordt verstoord, dient de gemeente te zorgen voor compenserende maatregelen binnen de gemeente zelf. Maar wanneer de mosselen het probleem oplossen door de gemeentegrens over te steken, is dat niet rechtsgeldig en worden de bouwplannen stopgezet: “Niemand die dat ziet hoor, onder water, die mossel ziet het zelf ook niet. Maar een jurist wél”.
Twee willekeurige illustraties van de wondere wereld van de Nederlandse bouwpraktijk, waar het klimaat wordt bepaald door de wens om resultaten te meten en risico’s te mijden. Nederland heeft een sterke traditie van ruimtelijk ontwerp, maar de verhoudingen in de bouw veranderen en daarmee de manier waarop ons land wordt gemaakt. Het denken over opdrachtgeverschap en ontwerp is toe aan actualisering. Vaak wordt gesproken over opdrachtgeverschap alsof we nog in de 20e eeuw leven, terwijl veranderingen die zich ruim 15 jaar geleden al aftekenden zich in de bouwpraktijk hebben doorgezet. Juist bij grote en beeldbepalende projecten is de traditionele manier van werken op zijn retour. Daarom is het de vraag in hoeverre gangbare opvattingen over het opdrachtgeverschap en de rol van architecten nog aansluiten bij de actuele verhoudingen. Is het huidige martktdenken te rijmen met de breed gedeelde overtuiging dat goede resultaten staan of vallen met persoonlijk inbreng, be-trokkenheid en bevlogenheid? Om op dergelijke thema’s greep te krijgen houdt Architectuur Lokaal met BOOST!next de ontwikkelingen van de afgelopen jaren tegen het licht.
Wie wil werken aan een betekenisvolle inrichting van ons land en aan een sterke positie van de Nederlandse architectuur, moet zich afvragen hoe we komen tot een bouwcultuur waarin overheden, opdrachtgevers en ontwerpers de durf en ambitie hebben om hun nek uit te steken. En hoe die cultuur dan ook door de bevolking kan worden gedragen. Daarvoor zijn ook vanuit het rijk stimulansen nodig. Het is positief dat minister Plasterk, als eerste verantwoordelijke voor het architectuurbeleid, een goed opdrachtklimaat als één van de hoofdpunten van zijn architectuurbeleid heeft genoemd. En dat het voornemen van de ministers van OCW en VROM om opnieuw een architectuurnota op te stellen, breed is ondersteund door de Tweede Kamer. Architectuur Lokaal roept de wethouders van Nederland op om hierbij aan te sluiten en hun bestuurskracht te versterken, zodat zij ook in de huidige verhoudingen in het bouwproces recht kunnen doen aan het culturele belang van wat er in Nederland gebouwd wordt.
Cilly Jansen,
directeur Architectuur Lokaal