BOOST! Impuls voor publiek opdrachtgeverschap #4 – Architectuur Lokaal
4e editie van de reeks landelijke manifestaties over publiek opdrachtgeverschap voor nieuwe gemeenteraadsleden en wethouders; dit jaar samen met opdrachtgevers, ontwerpers en andere professionals.Het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen is altijd bijzonder voor de inrichting van Nederland. Bestuurders en raadsleden wisselen; opgebouwde contacten met externe partijen moeten worden vernieuwd. Traditiegetrouw hield Architectuur Lokaal samen met het NIPO voorafgaand aan de verkiezingen een landelijke enquête onder de vakwethouders. Welke opgaven stonden er nog uit de vorige bestuursperiode en waar zou het de komende vier jaar over moeten gaan? Ook voor ervaren bestuurders verandert er veel. Niet alleen heeft het rijk onder het motto Decentraal wat kan, centraal wat moet meer bevoegdheden naar het lokale bestuursniveau verlegd, tegelijkertijd neemt de privatisering in de sector toe. Juist bij uitbesteding is samenwerking noodzakelijk om kwaliteit te bereiken.
Met het oog hierop organiseerde Architectuur Lokaal voor álle betrokkenen de landelijke manifestatie BOOST! over publiek opdrachtgeverschap. De manifestatie vond plaats in de Passenger Terminal Amsterdam. Honderden gemeenteraadsleden, wethouders, corporaties, projectontwikkelaars, ontwerpers, architectuurinstellingen en andere professionals uit heel Nederland namen deel aan de vele discussies en excursies, in het teken van opdrachtgeverschap en samenwerking in het bouwproces. Zij spraken over het bouwproces en over alle ruimtelijke opgaven waar we de komende jaren voor staan in Nederland.Optellen en delen
Wat is nodig voor een goed bouwproces? Welke inbreng moeten publieke opdrachtgevers leveren? Hebben gemeenten hiervoor voldoende kennis in huis? Is argwaan jegens projectontwikkelaars terecht? Deze vragen kwamen aan de orde bij de manifestatie BOOST! Impuls voor publiek opdrachtgeverschap, die Architectuur Lokaal op 18 oktober 2006 organiseerde in de Passenger Terminal Amsterdam. Deze extra uitgave van ons tijdschrift geeft een impressie van BOOST!, waarbij 450 opdrachtgevers uit het hele land bijeenkwamen om te discussiëren over opdrachtgeverschap en samenwerking tussen publieke en private partijen. Gemeentebestuurders, projectontwikkelaars, woningcorporaties, architecten en ambtenaren zochten naar opstekers en oplossingen bij belangrijke opgaven zoals centrumvernieuwing, bedrijventerreinen en gebiedsontwikkeling. Praktijkvoorbeelden uit heel Nederland boden stof tot soms stevige confrontaties. Adri Duivesteijn, wethouder van Almere, ergerde zich aan de ‘marktconforme’ grondprijzen, die de gemeente zelfs aan publieke organisaties moet betalen. Verder heeft hij niet veel vertrouwen in commerciële partijen, al heeft de gemeente hen vaak nodig om plannen te realiseren. Ook Klaas de Boer van de Amsterdamse Dienst Ruimtelijke Ordening stelde vast dat flink moest worden betaald voor de grond onder IJburg. Zo was de gemeente wel gedwongen om de financiële risico’s deels neer te leggen bij marktpartijen. Maar hij zou zich geen tweede keer willen verbinden aan drie grote consortia. Ontwikkelaar Carel de Reus van Johan Matser Projectontwikkeling heeft liefst een stevige partner bij de gemeente, maar die komt hij niet vaak tegen. En Rijksbouwmeester Mels Crouwel constateerde dat architecten alleen bij uitzondering de deskundige en gedreven opdrachtgever treffen die nodig is voor een optimaal resultaat. We hebben er ook last van dat Nederland stijf staat van de regels. Voor Fer Felder was dat aanleiding tot de verzuchting dat er plotseling veel meer blijkt te kunnen wanneer je maar zegt dat een project tijdelijk is. “Twee plus twee is geen vier”, rekende Auke Koops ’t Jagt, wethouder van Twenterand, de aanwezigen in dat kader voor. “Twee plus twee is een getal tussen de drie en de vijf. Als we dat kunnen afspreken, wordt elk project een succes.”
Gespreksleider Felix Rottenberg concludeerde dat hoeveel we in Nederland ook bouwen, we nog steeds de kunst niet verstaan om er samen het beste van te maken. Een blauwdruk voor een goed proces is niet te geven, maar succes hoeft niet zoals nu een toevalstreffer te blijven. We weten inmiddels dat het geen goed idee is om in de startfase haast te maken. Er is tijd nodig voor een goede voorbereiding. Pas dán is het mogelijk een goed beeld te krijgen van de opgave, de betrokkenen en de mogelijke oplossingen. De investering in deze fase verdient zich terug in een snelle uitvoering en in de kwaliteit van het resultaat.Redactioneel BOOST! Impuls voor publiek opdrachtgeverschap