Wikken en Wegen in Waardevolle Wijken – Architectuur Lokaal
Kostverlorenvaart, De Baarsjes Amsterdam
Congres over de afwegingen die gemaakt werden bij het vernieuwen van woonwijken uit de periode ’20-’40 en van na de oorlog, onder meer in het kader van Grotestedenbeleid en het investeringsbudget stedelijke vernieuwing.
Hoe om te gaan met cultuurhistorisch waardevolle wijken, die ook een belangrijke functie vervullen op de huidige en toekomstige woningmarkt? Steeds vaker worden gebieden uit de periode ’20-’40 en van na de oorlog als belangrijk erfgoed gezien. Ze worden aangewezen tot beschermd stadsgezicht of er worden beeldkwaliteitplannen voor gemaakt. Tegelijkertijd zijn de woningen hoognodig aan renovatie toe en zijn verschillende soorten koopwoningen dringend gewenst. Een strategie van behoud en herstel alleen voldoet niet om de bijzondere stedenbouw en architectuur te behouden. De wijken moeten worden ingericht voor de 21ste eeuw.
Hoe pakt men dat aan? Wie beslist wat, en tegen welke achtergrond? Waar lopen initiatiefnemers in dergelijke gebieden tegenaan? Hebben gemeenten voldoende gegevens voorhanden en zijn ze organisatorisch tegen deze opgave opgewassen? Welke rol spelen de mensen die er wonen? Om op dit soort vragen antwoord te geven is voor de Amsterdamse stadsdelen De Baarsjes en Rivierenbuurt een afwegingskader opgesteld waarin de invalshoeken monumentenzorg, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en openbare ruimte met elkaar in balans worden gebracht. De resultaten daarvan werden tijdens het werkcongres gepresenteerd, becommentarieerd en op bruikbaarheid getest door beleidsmakers, beleidsuitvoerders, opdrachtgevers, ontwerpers en bewoners. Bovendien werd een maatschappelijk en politiek debat gevoerd over cultuurhistorische waarden en ruimtelijke dynamiek. De vraag was uiteindelijk welke betekenis de cultuurhistorie ging krijgen in de Vijfde Nota.
Architectuur Lokaal heeft deze bijeenkomst georganiseerd, als vervolg op het onderzoek Jonge Bouwkunst in de 21ste eeuw. In dit onderzoek is een methodiek ontwikkeld om een evenwicht te vinden tussen de invalshoeken monumentenzorg, volkshuisvesting, stedebouw en openbare ruimte. De resultaten van het onderzoek werden aangegrepen om de discussie te stimuleren en te verbreden.
Het werkcongres kwam tot stand met een financiële bijdrage van het ministerie van OCW.