Toegankelijkheid van de openbare ruimte – Architectuur Lokaal
De gemeente Amsterdam constateert, dat te veel plekken in de stad slecht bereikbaar zijn voor mensen met een handicap. Diezelfde gemeente is op allerlei manieren betrokken bij de openbare ruimte: meestal als opdrachtgever, vaak als ontwerper en altijd als beheerder. Juist opdrachtgevers, ontwerpers en beheerders hebben de sleutel tot verbetering in handen.
Architectuur Lokaal sprak in diverse stadsdelen met vertegenwoordigers van deze groepen over de manier waarop de openbare ruimte tot stand komt. Aan de orde kwamen vragen als: Wat zijn knelpunten bij het realiseren van toegankelijkheid? Hoe zou het beter kunnen? Deze verkenning was bedoeld als inhoudelijke voorbereiding op het debat over de toegankelijkheid van de openbare ruimte dat op 2 oktober 2003 heeft plaatsgevonden.
Knelpunten In willekeurige volgorde zijn de belangrijkste knelpunten: – ook professioneel betrokkenen weten weinig over toegankelijkheid – men bouwt of ontwerpt zonder na te gaan wat gevolgen zijn voor toegankelijkheid – toegankelijkheid krijgt te weinig prioriteit bij afwegingen van opdrachtgevers – aandacht voor toegankelijkheid is persoonlijk bepaald, niet verankerd in de werkwijze of de regels van de gemeente
– er is te weinig afstemming tussen de verschillende partijen tijdens het bouwproces
Voor het debat is het steeds uitgangspunt geweest dat het tot concrete resultaten moest leiden. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling wilde graag in praktische zin verder gaan met die resultaten.
Daarom werden tijdens de middag een aantal ideeën en voorstellen geponeerd, onder andere: – Het instellen van een gemeentelijke werkgroep als vervolg op het debat om de verankering van de uitkomsten te realiseren. Het ging dan onder andere om het formuleren van een visie met een vertaling naar concrete toegankelijkheidseisen en implementatie in werkprocessen, – De haalbaarheid van onderzoeken van een toegankelijkheidsbureau, dat kan inspelen op behoeften van betrokkenen door middel van het toetsen en volgen van processen, – Het instellen van een meldpunt ontoegankelijke plaatsen (separaat of als onderdeel van het toegankelijkheidsbureau), – Concrete suggesties geven aan stadsdelen,
– De toepassing van een Gehandicapten Effect Rapportage.
Belangrijk was dat tijdens het debat antwoord zou worden verkregen op grofweg de volgende vragen: a. Hoe is te voorkomen dat toegankelijkheid afhankelijk blijft van de goede wil van betrokkenen of toevallige initiatieven? b. Wat hebben deelnemers nodig om toegankelijkheid te realiseren (aan (toetsings-)instrumenten, voorbeelden, mentaliteitsondersteuning, scholing e.d.)? c. Wat kan de gemeente doen om toegankelijkheid te verankeren (inpassen in processen, mentaliteitsverandering, ondersteuning, aanleveren voorbeelden e.d.)?
d. Hoe is het gesteld met het commitment van de deelnemers om dergelijke (én andere) voorstellen te realiseren?