Scholenbouwfeuilleton #4: Samenwerken loont – Architectuur Lokaal
Saskia Boelema bij onthulling van de speelplein van de nieuwe basisschool de Parel in Breda
Uniek in Nederland: de doordecentralisatie – een nieuwe relatie met schoolbesturen- van de gemeente Breda.
Onderwijshuisvesting vraagt, gezien de verdeling van middelen en verantwoordelijkheden, om samenwerking en vertrouwen tussen gemeenten en schoolbesturen. In Breda is een verregaande vorm van samenwerking tussen de gemeente en de schoolbesturen van het primair en speciaal onderwijs doorgevoerd. Hier heeft de gemeente op 2 oktober 2014 haar zorgplicht voor 80 schoolgebouwen overgedragen aan 11 schoolbesturen. Per 1 januari 2015 worden de schoolbesturen samen eigenaar van de schoolgebouwen en de bijbehorende grond. De gemeente Breda is op het gebied van de doordecentralisatie – een nieuwe relatie met schoolbesturen – uniek in Nederland. Saskia Boelema was als wethouder onderwijs en organisatie verantwoordelijk voor deze vergaande doordecentralisatie van het primair en speciaal onderwijs.
Doordecentralisatie Doordecentralisatie betekent een verschuiving van middelen (geld) en daarmee verantwoordelijkheid van gemeenten naar schoolbesturen. Om de zorgplicht van de gemeente over te nemen hebben 11 schoolbesturen in Breda zich verenigd in de coöperatie BreedSaam, waarin ze allen gelijkwaardig vertegenwoordigd zijn. De coöperatie is met het overnemen van de zorgplicht ook juridisch eigenaar geworden van de schoolgebouwen. Hiervoor ontvangt zij jaarlijks een budget van de gemeente. Dit budget is het gehele bedrag dat de gemeente via het gemeentefonds ontvangt, bijzonder is dat de 15% korting die het Rijk vanaf 2015 toepast door Breda is gecompenseerd.
In plaats van de gemeente bepaalt BreedSaam vanaf nu welke bestemming deze gelden krijgen. De schoolbesturen regelen voortaan zelf welke scholen gerenoveerd worden en welke voor nieuwbouw in aanmerking komen.
Meer gebouw voor het zelfde bedrag ”De gemeente denkt met de doordecentralisatie van de huisvestingsgelden van gemeenten naar schoolbesturen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren”, aldus Saskia Boelema. Boelema, wethouder onderwijs en organisatie (D66) in de periode 2010-2014, heeft de gehele doordecentralisatie vanaf het begin begeleid. Ze heeft, samen met de schoolbesturen, ruim vier jaar lang gewerkt aan het model.
Haar motivatie was meerledig. ”Als eerste weet het onderwijs zelf het beste wat zij nodig heeft. Daarnaast is het financieel ook interessanter. Schoolbesturen kunnen kiezen voor een andere financiële constructie dan gemeenten. Zij hoeven het geld niet in een keer op tafel te leggen, maar kunnen dat, in tegenstelling tot de gemeente, hypothecair financieren. Zo kunnen zij hierdoor meer uit een euro halen, waardoor ze feitelijk meer school voor hetzelfde geld krijgen. En ook het bouwen gaat sneller. Als gemeente heb je meerdere petten op (plantoetser, hoeder algemeen belang, bewaker financiën, bouwheer) en om al deze rollen te vervullen, ben je meer tijd kwijt en lopen belangen door elkaar. De gemeente is nu alleen plantoetser, de coöperatie de opdrachtgever. Zij praat onder meer met de buurt en regelt de financiën. Voor het onderhoud, de renovatie en nieuwbouw heeft BreedSaam een huisvestingsbedrijf opgericht, dat, wanneer nodig, expertise van buitenaf inhuurt.”
Wederzijds vertrouwen ”De vraag naar een andere manier van samenwerken kwam zowel van de gemeente als van de schoolbesturen.” Om goed te kunnen beoordelen of de schoolbesturen gezamenlijk de zorgtaak konden overnemen, heeft Boelema ze gevraagd om samen één plan te maken. ”Doe net alsof je het geld al hebt en maak een investeringsplan voor alle onderwijsgebouwen.” Dat de schoolbesturen ook daadwerkelijk zouden samenwerken was een belangrijke eis van de voormalige wethouder. ”Het was een spannend proces. Het gaat immers om schaarse middelen en 11 schoolbesturen die hun eigen belang min of meer aan de kant moeten zetten en samen moeten kijken hoe ze deze middelen gaan gebruiken.”
Het ging haar vooral ook om commitment. Om de schoolbesturen alle vertrouwen te geven, deed ze ook vanuit de gemeente een behoorlijke belofte. ”Als jullie gezamenlijk een plan maken dat past binnen het budget en waarover jullie het allemaal eens zijn, ga ik akkoord. En dat deden ze en ik hield me aan mijn woord.”
Betrokkenheid gemeente Het plan van BreedSaam omvat alle bouwplannen voor de periode 2014-2018 met een vooruitblik op de vier jaar daarna. In het plan staan onder andere welke scholen worden gerenoveerd en welke nieuwbouw krijgen. Het lijkt daarmee op het integraal huisvestingsplan voor onderwijs dat de gemeente Breda, net als veel andere grotere gemeenten, ieder vier jaar opstelde. (1)
In 2018 wordt samen met de gemeente een nieuw plan gemaakt voor 2019-2023. Boelema wijst er op dat ”hierin ook onderwerpen van de gemeente die raakvlakken hebben met het onderwijs, zoals cultuur- en sporteducatie, maatschappelijk vastgoed in wijken en die het belang van een schoolbestuur overstijgen, worden meegenomen”. Naast deze inhoudelijke inbreng behoudt de gemeente ook haar rol als toetser. ”Aan het einde van elk jaar wordt samen met de controller van gemeente, los van de inhoud, de financiën bekeken. De gemeente is immers verantwoording aan het rijk verschuldigd. De coöperatie krijgt veel vrijheid, maar als gemeente blijf je, al is het op een andere manier, betrokken.”
Kwaliteit staat voorop
Boelema ziet de doordecentralisatie als ”een mooi mechanisme om op een slimme manier na te denken over de kwaliteit van de huisvesting van leerlingen. Geen onderlinge concurrentie meer, maar competitie op kwaliteit. De bereidheid van besturen om elkaar te helpen” ziet ze als belangrijke voorwaarde voor succes. ”Schoolbesturen moeten een gezamenlijke koers varen en de beschikbare middelen verstandiger en doelmatiger inzetten. Wanneer bijvoorbeeld bij de ene school lokalen leeg staan en even verderop moeten noodlokalen worden gebouwd, dan wordt dit nu samen, vanuit het groter geheel, opgepakt. Het coöperatiemodel dwingt scholen om met elkaar in gesprek te gaan over kwaliteit. De dialoog daarvoor wordt gestimuleerd.” Boelema is overtuigd dat er op deze manier ”efficiënter en duurzamer gebouwd gaat worden”.
Bredase model
Helaas wordt er, volgens Boelema, wel te vaak vanuit verkeerde uitgangspunten begonnen aan doordecentralisatie. ”Het is een traject dat je samen moet doen, vanuit een positieve grondhouding. Als alleen schoolbesturen het willen, moet je als gemeente eerst uitzoeken waarom. Het gaat om gelijkwaardigheid. Veel gemeenten willen de macht behouden, maar dat is een verkeerde, rare manier van denken. Macht en invloed hebben niet alleen te maken met geld. Het belang van de kinderen staat voorop, goed onderwijs in een goed klaslokaal!”
Tot slot meldt Boelema vol trots dat Breedsaam overspoeld wordt met aanvragen uit heel Nederland om hun verhaal te doen en dat de gemeente Eindhoven onderzoekt of ze het idee kunnen overnemen. En ook de PO-raad volgt het doordecentralisatieproces in Breda sinds het begin nauwlettend. (2)
– Kirsten Schippers
Noten
- Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks een huisvestingsplan voor onderwijs op te stellen. De meeste grotere gemeenten kiezen echter voor het opstellen van een integraal huisvestingsplan onderwijs voor vier jaar.
- Zo wordt de situatie in Breda onder meer genoemd in: Jeroen in ’t Veld, Yasmine Hamdan, Emile Barendregt, Een fris alternatief voor de huisvesting van kinderen, in opdracht van: PO-raad, 15 maart 2010. Meer informatie