POKON – Architectuur Lokaal

nieuwsbericht | maart 22, 2023

Bijeenkomst ter gelegenheid van de publicatie ‘POKON, architectuurcentra in Nederland’, het eerste overzicht van alle, in 1999, 28 lokale architectuurcentra in Nederland.

Op 16 juli werd het tweetalige boek POKON, architectuurcentra in Nederland / Architecture Centres in the Netherlands, gepresenteerd bij Architectuur Lokaal in Amsterdam. 28 lokale, regionale en provinciale architectuurcentra worden geportretteerd in interviews en in foto’s van door de centra zelf gekozen locaties.

De centra zijn een onmisbare schakel geworden tussen ‘de architectuur’ en ‘het publiek’ en tezamen fungeren zij tevens als een nieuw podium voor architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en kunstenaars. Ter gelegenheid van de presentatie werd ook het internationale ‘Klein Architectuur Adressenboek’ uitgereikt.

Er is een grote, publieke belangstelling voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, en die belangstelling neemt nog steeds toe – wellicht niet verbazend wanneer wordt bedacht dat er vóór het jaar 2015 800.000 nieuwe woningen moeten worden gebouwd in het kader van de Vinex. Dat betekent dat er tot die tijd minstens 2 tot 3 miljoen mensen zullen verhuizen. Het gaat dus zo’n 20% van de Nederlandse bevolking direct aan, en dan gaat het nog niet eens om de bijbehorende voorzieningen. Maar ook op andere vlakken is de betrokkenheid actueel: het eigen woningbezit neemt toe en daarin wordt door particulieren met hoge bedragen geïnvesteerd. In het rijksbeleid wordt daarop gereageerd door bijvoorbeeld de toenemende invloed van de zogeheten ‘woonconsumenten’ op hun eigen woonomgeving een plaats te geven in het rijksbeleid (staatssecretaris Remkes op de Dag van de Architectuur, 1 juli jl.). En ook buiten de stedelijke gebieden, in het buitengebied, is de plaatselijke bevolking betrokken bij ruimtelijke veranderingen. De ontwikkelingen in de landbouw, ecologie en infrastructuur zijn van directe betekenis voor bewoners.

In de afgelopen jaren is er in Nederland een beweging opgekomen, die een ‘nieuw fenomeen’ kan worden genoemd. Onafhankelijk van elkaar ontstonden er in korte tijd vele lokale, regionale en provinciale architectuurcentra. Was hun aantal aan het eind van de jaren tachtig nog beperkt tot 5, tien jaar later is dit gegroeid tot ruim 30 en dit aantal neemt nog steeds toe. Ze hebben alle hun eigen karakteristieken, maar het doel, het plaatselijke en regionale architectuurklimaat te willen verbeteren, hebben ze gemeen. De architectuurcentra zijn een onmisbare schakel geworden tussen ‘de architectuur’ en ‘het publiek’. Het bijzondere van de centra is dat zij zijn opgekomen ‘van onderaf’; niet voortgekomen uit het rijksbeleid, maar er inmiddels wel door erkend.
De landelijke stichting Architectuur Lokaal, informatie- en kenniscentrum voor cultureel opdrachtgeverschap, coördineert sinds enkele jaren een informeel overleg van de architectuurcentra, het Overleg Lokale Architectuurcentra OLA. Architectuur Lokaal heeft het initiatief genomen tot de uitgave van een boek waarin 28 centra worden geportretteerd:

AIA (Alkmaar), CASLa (Almere), Architectuurcafé Amersfoort (Amersfoort), ARCAM (Amsterdam), Bouwhuis (Apeldoorn), Gebouw F (Breda), Delft Design (Delft), Wils & Co (Den Haag), Galerie Rondeel (Deventer), ACE (Eindhoven), CAS (Groningen), ABC (Haarlem), Vitruvianum (Heerlen), Architectuur-Café Helmond (Helmond), BAI (‘s-Hertogenbosch), Dudok Centrum (Hilversum), ACH (Hoorn), Gebouw & Omgeving (Kennemerland), Bouw/Kunst (Leeuwarden), Museum Nagele (Nagele), Architectuurcentrum Nijmegen (Nijmegen), RAP (Rijnland), VVV/ArchiCenter en Stichting AIR (Rotterdam), CAST (Tilburg), Architectuurcentrum Twente (Twente), AORTA (Utrecht), Het Zeeuwse Gezicht (Zeeland) en ZAP (Zwolle).

Het boek POKON, architectuurcentra in Nederland / architecture centres in the Netherlands is een tijdsdocument waarin een beeld wordt geschetst van de aard, herkomst, activiteiten en dynamiek van de architectuurcentra. Enkele gegevens: 24 van de centra zijn ná 1992 opgericht. In 1998 waren er bij de 28 centra tezamen 15 fulltime betaalde medewerkers in dienst, 34 parttime betaalde medewerkers en 400 vrijwilligers en/of stagiaires. 24 centra zijn een stichting, 4 centra zijn ingebed in een gemeentelijke organisatie. 7 architectuurcentra beschikten vorig jaar over een budget van nul tot 50.000 gulden, 7 centra hadden een budget van 50.000 tot 100.000 gulden, 6 van 100.000 tot 250.000 gulden en 8 beschikten over meer dan 250.000 gulden. 20 centra verkregen een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor Architectuur en bij 24 centra leverden de betrokken gemeenten een bijdrage. 20 centra boorden ook andere subsidie-bronnen aan, 27 verkregen ook inkomsten uit andere bronnen (bijdragen van BNA-Kringen en sponsors) en 13 verwierven inkomsten uit verkoop. 9 centra beschikken (nog) niet over eigen huisvesting. De programma’s van de architectuurcentra bevatten discussies, lezingen, tentoonstellingen, excursies, wandel- en fietstochten, architectuurgidsen. Voor architecten, zo blijkt uit hun curriculi, is er met de opkomst van de architectuurcentra een podium bijgekomen voor presentaties en tentoonstellingen over hun eigen werk, maar ook over plaatselijke opgaven en ruimtelijke vraagstukken.

Gebleken is, dat in de afgelopen tien jaar niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen in de wereld architectuurcentra zijn ontstaan met vergelijkbare doelstellingen, vergelijkbare opzet en vergelijkbare activiteiten – reden om van POKON een tweetalige uitgave (Nederlands/Engels) te maken. In bijvoorbeeld Spanje, Oostenrijk, Canada, België en Engeland bestaan inmiddels eveneens stevige netwerken van architectuurcentra. Ter gelegenheid van de presentatie van POKON heeft Architectuur Lokaal daarom een eerste Klein Architectuur Adressenboek samengesteld dat wordt uitgereikt aan de aanwezigen bij de presentatie.

Publicatie
Het boek POKON is een uitgave van de stichting Architectuur Lokaal en werd vormgegeven door Els Scholtes. Het boek bevat interviews van Robbert Roos, voorafgegaan door een beschouwende inleiding. Bert Nienhuis bracht het werkterrein van de architectuurcentra in beeld en fotografeerde door henzelf gekozen locaties. Tevens is een adressenlijst toegevoegd, plus gegevens over activiteiten, financiën, organisatie etc. en werd vertaald door Billy Nolan. Het boek werd gerealiseerd met financiële bijdragen van het Stimuleringsfonds voor Architectuur, van Architectuur Lokaal en van de 28 geportretteerde architectuurcentra.