Hommage aan Geert Bekaert, inspiratiebron voor De Olifantenkooi – Architectuur Lokaal
Elephant House, Sir Hugh Casson, Neville Conder and Partners, London Zoo, Regents Park, 1965
Inspirerende Olifanten, zo heette de architectuurkritiek uit 1965 geschreven door Geert Bekaert. Hij overleed op 11 september.
Zijn kritiek ging over het olifantenverblijf in Regent’s Park in Londen, het brutalistische ontwerp van Hugh Casson. Bekaerts bespiegelingen omtrent dit wonderlijke bouwsel zijn erudiet en ironisch tegelijkertijd. Om dit gebouw te verklaren aan de lezer loopt hij uiteenlopende figuurlijke rondjes om het gebouw heen. Hij bekijkt het puur architectonisch, vanuit materiaal, stijl, schaal en context, maar ook vanuit de uitgangspunten van de architect, de tijdgeest en het perspectief van het dier. En terwijl hij dat doet, wandelt hij langs de grote thema’s van de architectuur – die zo’n 50 jaar na dato nog steeds relevant zijn. “De architectuur van vandaag, de levende architectuur, wordt niet meer beheerst door enkele groten die men op de vingers van één hand kan tellen. Zij wordt gemaakt door een betrekkelijk groot aantal jongeren en ouderen met een bescheiden, maar uitgesproken vrije en boeiende persoonlijkheid.” Ook nog altijd bijzonder grappig en ernstig tegelijk: “Mies van der Rohe kent de problemen niet die een architectuur van Casson laat vermoeden. Architectuur is voor hem een (in uiterste verfijning) zo neutraal mogelijk scherm waartegen het leven geprojecteerd kan worden.” In een Miesiaanse olifantenkooi zou, zo schreef Bekaert, “de olifant volledig olifant zijn”.
Het was deze recensie die ons inspireerde om de denktank van Architectuur Lokaal De Olifantenkooi te noemen. Als eerbetoon aan de nestor van de moderne architectuurkritiek, maar ook als metafoor voor schaal en maat, kracht en gekooide energie. Zo immers willen wij ook de raadsels van deze tijd bezien. Opgaven bekijken vanuit uiteenlopende invalshoeken, zonder direct te oordelen, en met een zekere zelfrelativering. In acht gedrukte pamfletten namen we tussen 2008 en 2011 steeds een andere stukje tekst uit deze recensie als uitgangspunt voor een debat. Aanknopingspunten genoeg, die inspiratie boden voor bijeenkomsten uiteenlopend van architectuurkritiek tot consumentgericht bouwen. Weer later ontwikkelde de formule zich tot meerdaagse projecten rondom krimp, leegstand en recentelijk zorg en schuld.
Geert Bekaert zelf vond het bestaan van De Olifantenkooi heel nuttig, maar de naamgeving amusant en eigenlijk een beetje overdreven. Bij de eerste bijeenkomst in 2008 vroeg hij, toen al op hoge leeftijd en niet meer in staat om naar Amsterdam te komen, aan Christophe van Gerrewey om het eerste exemplaar van het pamflet namens hem in ontvangst te nemen. Van Gerrewey, de architectuurhistoricus die waarschijnlijk meer van Bekaert weet dan hijzelf, hield er een prachtig verhaal bij.
Inmiddels is onze Olifantenkooi in Duitsland (Elefantenkäfig), Spanje (Jaula de los Elefantes) en Turkije (Fil Kafesi) geweest. Later dit jaar buigen we ons met The Elephantcage over kustversterking in Engeland. Elke keer opnieuw lezen we de recensie van Bekaert en vinden we nieuwe aanknopingspunten. En altijd glimlachen we als we lezen: “De olifanten van de Londense zoo moeten wel zeer inspirerende dieren zijn.”
Geert Bekaert, Inspirerende Olifanten, Zoo is de architectuur, De Standaard der Letteren, 17 oktober 1965
Christophe Van Gerrewey, Architectuur als overlevingskans, Geert Bekaert, Streven, februari 2015
ArchiNed, Geert Bekaert (1928 – 2016), 12 september 2016