Dilemma's bij de verkoop van koepelgevangenissen op de PROVADA – Architectuur Lokaal
Indira van ’t Klooster (Architectuur Lokaal) in gesprek met Roger Kersten (AKRO Consult) Slideshow Indira van ’t Klooster (Architectuur Lokaal) in gesprek met Roger Kersten (AKRO Consult) William Elferink en Anneloes van Boxtel (Rijksvastgoedbedrijf) met de ontwerpers Stef Bogaerts en Menno Kooistra
Gisteren presenteerde De Olifantenkooi van Architectuur Lokaal haar plannen voor de Koepelgevangenis in Breda op de PROVADA. Vervolgens gingen de ontwerpteams in discussie met de vertegenwoordigers van het PROVADA expertpanel: Rafaëlle Quax (hoofd verkoop Rijksvastgoedbedrijf), Paul Delbeek (hoofd cluster verkoop West, Rijksvastgoedbedrijf), Herman Donselaar (FGHBank), Robert van Ieperen (Fakton) en Kees Koffeman (hoofd afdeling Ruimte, gemeente Breda en verantwoordelijk ambtenaar voor de herbestemming van de koepel). Diverse thema’s kwamen aan de orde. Moet de Koepel lokale, regionale of (inter)nationale betekenis krijgen? Wat is de financiële waarde van de Koepel? Moeten we geleidelijk ontwikkelen in de tijd of in één keer?
De gemeente Breda waardeerde de ideeën en gaf aan dat het bestemmingsplan desgewenst flexibel kan worden gehanteerd bij toekomstige ontwikkelingen. Rafaëlle Quax stipte aan dat ook bij geleidelijke ontwikkeling van het complex rekening moet worden gehouden met vaste lasten voor verwarming en onderhoud van ongeveer een half miljoen per jaar. Harm Wassink (UNStudio) merkte op dat het Rijk naast een financiële verantwoordelijkheid ook een culturele verantwoordelijkheid heeft. Iedereen was het erover eens dat de voorstellen van De Olifantenkooi (‘Fil Kafesi’ voor de Turkse partners) bijdragen aan de oriëntatiefase voor verkoop waarbij culturele, regionale, financiële en lokale belangen zorgvuldig (moeten) worden afgewogen.